De ziektekostenverzekeraar heeft de vereiste zorgvuldigheid in acht genomen bij de beoordeling van de aanvraag voor een PGB vv.

Verzoekster heeft al enige tijd de beschikking over een PGB vv. Omdat haar PGB vv afliep, heeft zij een wijkverpleegkundige gevraagd een nieuwe indicatie te stellen. De wijkverpleegkundige stelde een indicatie op basis van 15 uren en 45 minuten Persoonlijke Verzorging per week met betrekking tot de periode van 3 januari 2022 tot en met 3 januari 2023. De ziektekostenverzekeraar kende hiervan 7 uren Persoonlijke Verzorging toe, en stuurde verzoekster een toekenningsbeschikking voor de periode van 28 oktober 2021 tot en met 31 december 2021 respectievelijk de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022. De commissie beslist tot afwijzing van het verzoek de ziektekostenverzekeraar te verplichten een PGB vv toe te kennen op basis van een hoger aantal uren dan wel een langere periode. Gelet op de verklaring van de indicerend wijkverpleegkundige van 7 januari 2021 was deze akkoord met de verlaging en met een toekenning voor de duur van een jaar. Dit akkoord is niet op onjuiste gronden tot stand gekomen.
Verzoekster heeft voor het jaar 2022 een toekenningsbeschikking ontvangen voor eenzelfde aantal uren. De ziektekostenverzekeraar heeft bij de beoordeling van de aanvraag de vereiste zorgvuldigheid in acht genomen. Verzoekster heeft geen aanspraak op een PGB vv op basis van meer uren dan wel een langere periode.

Volledig document openen (pdf)