Bindend advies GcZ,13 september 2022, SKGZ202101914

Bindend advies GcZ,13 september 2022, SKGZ202101914

Uitspraak Geschillencommissie Zorgverzekeringen
Uitkomst: Afgewezen
Datum uitspraak: 13 september 2022
Datum publicatie: 13 september 2022

Verzoekster heeft geen aanspraak op (gedeeltelijke) vergoeding van de door haar gebruikte niet-preferente geneesmiddelen.

Verzoekster gebruikt een drietal niet-preferente geneesmiddelen. Zij vindt dat de ziektekostenverzekeraar de kosten hiervan moet vergoeden omdat het preferentiebeleid geen wettelijke basis heeft. Voorts heeft zij slechte ervaringen opgedaan met een andere variant met de werkzame stof omeprazol. Verzoekster wijst er in dit verband op dat zij een restitutiepolis heeft. Verder tekent zij aan dat zij verschillende geneesmiddelen gebruikt, die de werking over en weer beïnvloeden. Volgens haar is het onaanvaardbaar dat voor de niet-preferente geneesmiddelen helemaal niets wordt vergoed. Er is sprake van ongelijke behandeling, omdat andere verzekerden - die dezelfde premie betalen - in deze situatie in ieder geval de kosten van het voorkeursgeneesmiddel vergoed krijgen. Verzoekster moet daarnaast € 385,- aan eigen risico en maximaal € 250,- aan eigen bijdragen betalen. De ziektekostenverzekeraar stelt dat hij een preferentiebeleid mag voeren en dat hij in dat kader bepaalde geneesmiddelen heeft aangewezen. Afwijking is mogelijk als behandeling met een voorkeursgeneesmiddel medisch niet verantwoord is. Dit is bij verzoekster niet aan de orde.
De commissie oordeelt dat de ziektekostenverzekeraar op basis van de Zvw en het Bzv een preferentiebeleid mag voeren. Met betrekking tot de onderhavige geneesmiddelen is gesteld noch gebleken dat behandeling met de voorkeursgeneesmiddelen medisch niet verantwoord is. Het was in dat kader aan verzoekster haar stelling ten aanzien van de beïnvloeding van de werking over en weer van de diverse geneesmiddelen te onderbouwen, en dit heeft zij nagelaten. Toepassing van het preferentiebeleid leidt ertoe dat de kosten van de niet-preferente geneesmiddelen niet worden vergoed en dat deze niet meetellen voor de gemaximeerde eigen bijdrage. Deze consequenties zijn het gevolg van de keuze van verzoekster voor de niet-preferente varianten en dit leidt niet tot een uitkomst die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Van ongelijke behandeling van gelijke gevallen is niet gebleken. De gestelde relatie met het eigen risico is de commissie niet duidelijk. Dit eigen risico wordt nu door verzoekster niet vol gemaakt, maar dit was niet anders geweest als zij had gekozen voor de voorkeursgeneesmiddelen, aangezien deze hiervoor ook niet meetellen. Het verzoek wordt afgewezen.

Klacht indienen

Heb je een probleem waar je met jouw zorgverzekeraar niet uitkomt, dan kun je dit aan ons voorleggen.

Ik wil een klacht indienen

Gerelateerde uitspraken