Bindend advies GcZ, 9 augustus 2024, SKGZ202302003
Bindend advies GcZ, 9 augustus 2024, SKGZ202302003
Uitspraak Geschillencommissie Zorgverzekeringen | |
Uitkomst: | Afgewezen |
Datum uitspraak: | 9 augustus 2024 |
Datum publicatie: | 12 augustus 2024 |
De commissie is van oordeel dat sprake is van het opzet de ziektekostenverzekeraar te misleiden en daarmee van fraude.
Verzoekster heeft aan de commissie verzocht te beslissen dat zij geen fraude heeft gepleegd, de gebeurtenis niet mag worden ingeschreven in de Gebeurtenissenadministratie, haar persoonsgegevens niet mogen worden opgenomen in het Intern Verwijzingsregister, het Incidentenregister en het Extern Verwijzingsregister, zij het gevorderde bedrag en de onderzoekskosten niet verschuldigd is, en zij de door haar gemaakte vervoerskosten in de periode van 5 maart 2020 tot 1 juli 2023 alsnog ter declaratie mag indienen.
De ziektekostenverzekeraar heeft gesteld dat verzoekster zich schuldig heeft gemaakt aan fraude, hetgeen de door hem opgelegde maatregelen rechtvaardigt. Volgens de ziektekostenverzekeraar bestaat een significant verschil tussen enerzijds de door verzoekster gedeclareerde ritten en anderzijds de door de zorginstellingen gedeclareerde zorgkosten en zorgactiviteiten. De ziektekostenverzekeraar heeft de door hem opgelegde maatregelen onderbouwd. De commissie overweegt dat uit de declaratieformulieren voor vervoerskosten naar onder andere het Radboud UMC, het Nij Smellinghe Ziekenhuis en het Bernhoven Ziekenhuis en de overgelegde afsprakenkaarten van genoemde zorginstellingen kan worden opgemaakt dat op dagen dat geen afspraken en/of behandelingen bekend waren bij deze zorginstellingen, desondanks door verzoekster vervoerskosten zijn gedeclareerd. Daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft verzoekster hiervoor geen afdoende verklaring gegeven. Naar het oordeel van de commissie is sprake van het opzet de ziektekostenverzekeraar te misleiden en daarmee van fraude zoals bedoeld in de voorwaarden van de zorgverzekering. De ziektekostenverzekeraar was om die reden gerechtigd het door hem ter zake uitgekeerde bedrag van totaal € 14.571,65 terug te vorderen. De andere door de ziektekostenverzekeraar opgelegde maatregelen, te weten het inschrijven van de gebeurtenis in de Gebeurtenissenadministratie, het opnemen van de persoonsgegevens van verzoekster in de verschillende registers, het beëindigen van haar verzekeringen, en het op haar verhalen van de gemaakte onderzoekskosten voldoen aan de vereisten van subsidiariteit en proportionaliteit. Over het declareren van de gemaakte vervoerskosten in de periode van 5 maart 2020 tot 1 juli 2023 bestaat inmiddels tussen partijen geen geschil meer. De ziektekostenverzekeraar heeft verklaard dat het verzoekster vrij staat het openstaande deel van het eigen risico dat onderdeel uitmaakt van de volledige vordering, te voldoen.
De commissie wijst het verzoek af.
Tags
Klacht indienen
Heb je een probleem waar je met jouw zorgverzekeraar niet uitkomt, dan kun je dit aan ons voorleggen.