Bindend advies GcZ, 19 februari 2020, SKGZ201902039
- 201902039
Uitspraak
Verzoeker is op eigen kracht 107 kg afgevallen. Hierdoor is een huidoverschot ontstaan. Van dit huidoverschot heeft verzoeker veel hinder. Hij meent dat de pijnklachten en de (hieruit voortvloeiende) bewegingsbeperkingen zijn aan te merken als een aantoonbare lichamelijke functiestoornis als bedoeld in de verzekeringsvoorwaarden. De ziektekostenverzekeraar betwist dit. De commissie volgt verzoeker niet in zijn standpunt. Er is geen verband tussen het huidoverschot en de bewegingsbeperking aangetoond en evenmin dat de beperkingen als ernstig zijn te beschouwen als bedoeld in de verzekeringsvoorwaarden. Tevens is niet gebleken dat verzoeker in staande positie een huidoverschot heeft dat meer dan een kwart van de lengte-as van zijn bovenbenen bedekt. Ook heeft de voormalig behandelend arts verklaard dat bij verzoeker geen sprake is van onbehandelbaar smetten. Een aantoonbare lichamelijk functiestoornis is daarom niet aan de orde. Verder is niet gebleken dat bij verzoeker sprake is van verminking als bedoeld in de verzekeringsvoorwaarden. Aangezien verzoeker geen (verzekerings)indicatie heeft voor de ingreep en de aanvullende ziektekostenverzekering hiervoor geen dekking biedt, heeft hij geen aanspraak op een abdominoplastiek (buikwandcorrectie) met gelijktijdig uit te voeren lower bodylift.
Uitspraak Bindend advies GcZ, 19 februari 2020, SKGZ201902039