Bindend advies GcZ, 14 december 2022, SKGZ202200773
- 202200773
Uitspraak
Verzoekster is op 42-jarige leeftijd gestart met een IVF-behandeling. De kosten van het oriënterend fertiliteitsonderzoek zijn door de ziektekostenverzekeraar vergoed, die van de IVF-poging niet. Verzoekster meent dat dit niet terecht is. Volgens haar is sprake van één behandeling, die is gestart toen zij 42 was. Dat deze opvatting juist is, leidt zij af uit informatie van de behandelend medisch specialist en een vermelding op de website van het ziekenhuis, Verder verwijst zij naar app-verkeer met de ziektekostenverzekeraar. De ziektekostenverzekeraar verwijst naar de verzekeringsvoorwaarden en de onderliggende wet- en regelgeving. Hieruit blijkt dat het oriënterend fertiliteitsonderzoek geen deel uitmaakt van de IVF-poging. In de contacten met verzoekster is geen andersluidende informatie verstrekt. De ziektekostenverzekeraar acht zich niet verantwoordelijk voor de informatievoorziening door de arts onderscheidenlijk het ziekenhuis. De commissie oordeelt dat in de verzekeringsvoorwaarden is beschreven wat onder een IVF-poging moet worden verstaan. In de situatie van verzoekster is met een IVF- poging aangevangen toen zij 43 jaar was. Op basis van het app-verkeer mocht verzoekster niet gerechtvaardigd erop vertrouwen dat sprake was van één doorlopende behandeling die werd gestart toen zij 42 jaar oud was. Het primaat ter zake van de informatievoorziening ligt volgens de Wmg en de Regeling transparantie zorgaanbieders (TH/NR-018) van de NZa bij de zorgaanbieder. Dat die zorgaanbieder door de zorgverzekeraar is gecontracteerd betekent niet dat een verschuiving van die verplichting optreedt richting de zorgverzekeraar. Het verzoek wordt afgewezen.
Uitspraak Bindend advies GcZ, 14 december 2022, SKGZ202200773