Chat with us, powered by LiveChat Bindend advies GcZ, 28 december 2022, SKGZ202102380 - SKGZ
Menu overslaan

Bindend advies GcZ, 28 december 2022, SKGZ202102380

Afgewezen

- 202102380

Vervoer
De ziektekostenverzekeraar heeft terecht besloten een bedrag van € 8.622,90 van verzoeker terug te vorderen in verband met niet gemaakte treinreizen naar zorgverleners.

Uitspraak

Verzoeker is gedurende enige jaren onder behandeling geweest van een instelling voor verslavingszorg en een instelling voor GGZ-zorg. De kosten van de treinreizen die hij in dit verband moest maken, heeft hij bij de ziektekostenverzekeraar gedeclareerd. Uit een onderzoek is gebleken dat 217 gedeclareerde treinreizen niet correspondeerden met de afspraken die verzoeker bij de instellingen had gehad. De kosten hiervan werden door de ziektekostenverzekeraar van verzoeker teruggevorderd. Na bemiddeling door de Ombudsman Zorgverzekeringen zijn hierop 40 ritten in mindering gebracht, zodat een vordering ter zake van de kosten van 177 ritten resteert. In de onderhavige procedure is het totale aantal van de terugvordering teruggebracht tot 163 ritten. Verzoeker stelt dat hij de meeste van deze ritten wel heeft gemaakt. Zo kwam hij vaak te laat door vertragingen met de trein en mocht hij dan niet meer naar binnen, vergat hij geregeld de presentielijst in te vullen, en heeft hij ritten gedeclareerd voor de ene zorgverlener, die hoorden bij de andere zorgverlener. De commissie beslist tot afwijzing van het verzoek de ziektekostenverzekeraar te verplichten de vordering te verlagen. Partijen zijn het erover eens dat een deel van de ritten hoe dan ook niet is gemaakt, maar wel is gedeclareerd. Voor het overige heeft de ziektekostenverzekeraar het bestaan en de omvang van zijn vordering aannemelijk gemaakt. Het is dan aan verzoeker bewijs te leveren van het tegendeel. Hierin is hij niet geslaagd.

Uitspraak Bindend advies GcZ, 28 december 2022, SKGZ202102380