Bindend advies GcZ, 14 augustus 2023, SKGZ202201186
- 202201186
Uitspraak
Verzoeker heeft mediale artrose in zijn linkerknie waardoor hij beperkt is in zijn mobiliteit. Om de mobiliteit te vergroten is bij de ziektekostenverzekeraar een aanvraag ingediend voor verstrekking van een ‘Unloader One valgiserende kniebrace links’. De ziektekostenverzekeraar heeft afwijzend op de aanvraag beslist. Later heeft verzoeker de brace op eigen kosten aangeschaft. Volgens de ziektekostenverzekeraar is verzoeker bij de gegeven indicatie redelijkerwijs niet aangewezen op de voorgeschreven Unloader One® brace. Daarnaast blijkt uit eigen data van de ziektekostenverzekeraar dat bij de indicatie gonartrose de inzet van een hulpmiddel tijdelijk is. In de meeste gevallen wordt binnen 3 jaar overgegaan tot operatief ingrijpen. Gelet op het tijdelijke karakter van de inzet van het hulpmiddel dient de aanspraak te worden beoordeeld aan de hand van de voorwaarden voor medisch specialistische zorg en vindt vergoeding uit de DBC plaats. De commissie overweegt dat uit het advies van het Zorginstituut van 15 maart 2023 blijkt dat een valgiserende unloader kniebrace bij knie-artrose van het mediale kniecompartiment voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk. De ziektekostenverzekeraar heeft dit ook erkend en de commissie volgt het advies van het Zorginstituut. Verder blijkt uit voornoemd advies van het Zorginstituut dat valgiserende kniebraces pas kunnen worden overwogen als andere conservatieve behandelopties onvoldoende effect hebben gehad. Omdat conservatieve behandelingen bij verzoeker geen effect hadden, concludeert het Zorginstituut dat verzoeker redelijkerwijs op een valgiserende kniebrace is aangewezen. De commissie volgt dit advies. Tot slot merkt het Zorginstituut op dat verzoeker aannemelijk heeft gemaakt dat de inzet van de kniebrace bij hem langdurig is en dat operatief ingrijpen niet in lijn der verwachting is. Daarnaast is sprake van overdracht in de eerste lijn en het Zorginstituut concludeert dat de kniebrace in de situatie van verzoeker moet worden gerekend tot hulpmiddelenzorg. De commissie volgt ook hierin het advies van het Zorginstituut. Dit betekent dat verzoeker aanspraak heeft op vergoeding van de kosten van de door hem aangeschafte valgiserende unloader kniebrace ten laste van de zorgverzekering
Uitspraak Bindend advies GcZ, 14 augustus 2023, SKGZ202201186