Bindend advies GcZ, 5 december 2023, SKGZ202202001

Uitspraak

Verzoekster is transvrouw en zij heeft bij de ziektekostenverzekeraar een aanvraag ingediend voor een vervolgmachtiging voor permanente gezichtsontharing door middel van elektrische epilatie. De ziektekostenverzekeraar heeft deze aanvraag afgewezen. De aangevraagde behandeling is een behandeling van plastisch chirurgische aard. Vergoeding van een dergelijke ingreep is mogelijk als een verzekeringsindicatie bestaat in de vorm van een aantoonbare lichamelijke functiestoornis of van verminking. Tussen partijen staat vast dat bij verzoekster geen sprake is van een aantoonbare lichamelijke functiestoornis. Verminking in het kader van aangezichtschirurgie ten behoeve van transitie van man naar vrouw is aan de orde in geval van een passabiliteitsprobleem. Het Zorginstituut concludeert dat verzoekster niet aan deze voorwaarde voldoet en daarom geen aanspraak heeft op vervolgbehandelingen voor permanente ontharing ten laste van de zorgverzekering. Geadviseerd wordt het verzoek af te wijzen. De commissie overweegt dat het uitgangspunt in dit verband is dat degene die meent een geldelijke vordering op een verzekeraar te hebben op grond van een bij deze verzekeraar afgesloten verzekeringsovereenkomst, de stelplicht en bewijslast heeft van haar op een rechtsgevolg gerichte stelling dat sprake is van dekking onder de verzekeringsovereenkomst. Dat geldt ook voor de zorgverzekering. Hieraan is door verzoekster niet voldaan. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagt niet. De commissie wijst het verzoek af.