Chat with us, powered by LiveChat Bindend advies GcZ, 5 april 2024, SKGZ202302360 - SKGZ
Menu overslaan

Bindend advies GcZ, 5 april 2024, SKGZ202302360

Afgewezen

- 202302360

Hulpmiddelenzorg
De zorgverzekeraar heeft in redelijkheid kunnen besluiten verzoekster op gronden van doelmatigheid geen badprothese te verstrekken.

Uitspraak

Verzoekster heeft aan de commissie verzocht te beslissen dat de zorgverzekeraar gehouden is haar een badprothese te verstrekken. Zij kan deze gebruiken tijdens het douchen en bezoek aan het strand of zwembad. De zorgverzekeraar heeft de aanvraag afgewezen, omdat hij van oordeel is dat een badprothese in de situatie van verzoekster niet doelmatig is. Verzoekster beschikt over een adequate reguliere prothese; een badprothese zal onvoldoende meerwaarde hebben. De commissie overweegt dat zij de wens van verzoekster voor een badprothese begrijpt, aangezien dit haar kwaliteit van leven zal verbeteren. Het is echter aan de zorgverzekeraar de doelmatigheid van een verstrekking te beoordelen. De zorgverzekeraar heeft naar het oordeel van de commissie voldoende gemotiveerd waarom hij van mening is dat een badprothese in de situatie van verzoekster niet doelmatig is. Hij heeft hierbij ook zorginhoudelijke overwegingen betrokken. De zorgverzekeraar heeft aldus in redelijkheid tot zijn afwijzende beslissing kunnen komen. De commissie beslist daarom tot afwijzing van het verzoek.

Uitspraak Bindend advies GcZ, 5 april 2024, SKGZ202302360