Bindend advies GcZ, 13 september 2024, SKGZ202400791
- 202400791
Uitspraak
Verzoeker heeft aan de commissie verzocht te beslissen dat de zorgverzekeraar de aanmelding bij het CAK had moeten opschorten nadat hij daarom had gevraagd. De eerdere opschortingen van de aanmeldingen hadden moeten worden gehandhaafd. De zorgverzekeraar heeft gesteld dat het verzoek dient te worden afgewezen aangezien voor juni 2024 geen reden bestond om de aanmelding bij het CAK op te schorten of verzoeker af te melden bij het CAK. Verder heeft de zorgverzekeraar verklaard dat inmiddels geen betalingsachterstand meer bestaat en dat de afmelding bij het CAK is ingezet. De commissie stelt vast dat tussen partijen geen geschil bestaat over de initiële aanmelding van verzoeker bij het CAK. Op grond van artikel 18d, tweede lid, onderdeel c, Zvw, is een verzekeraar verplicht de aanmelding van een verzekerde bij het CAK op te schorten als deze een betalingsregeling afspreekt voor de gehele vordering. Verzoeker heeft niet aannemelijk gemaakt dat na hervatting van de aanmelding een dergelijke betalingsregeling is tot stand gekomen. Dit leidt ertoe dat de zorgverzekeraar de aanmelding niet hoefde op te schorten. De commissie wijst het verzoek af.
Uitspraak Bindend advies GcZ, 13 september 2024, SKGZ202400791