Bindend advies, GcZ, 29 april 2025, SKGZ202401961

Uitspraak

Verzoekster heeft aan de commissie verzocht te bepalen dat de ziektekostenverzekeraar is gehouden de kosten van de in Cottbus, Duitsland, uit te voeren liesbreukoperatie volgens de Shouldicetechniek te vergoeden ten laste van de zorgverzekering. De ziektekostenverzekeraar heeft zich aanvankelijk op het standpunt gesteld dat een liesbreukoperatie volgens genoemde techniek niet voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk. Na het uitbrengen van het voorlopig advies van het Zorginstituut heeft de ziektekostenverzekeraar echter verklaard de kosten van deze behandeling alsnog te vergoeden ten laste van de zorgverzekering. Ook zal hij het betaalde entreegeld aan verzoekster vergoeden. De commissie overweegt dat hiermee het materiële belang is komen te vervallen. Naar de commissie begrijpt, wenst verzoekster geen gebruik te maken van haar rechten uit Vo. nr. 883/2004. Verzoekster heeft, naar aanleiding van de toezegging door de ziektekostenverzekeraar, het verzoek niet ingetrokken en de commissie verzocht toch een uitspraak te doen opdat voor andere verzekerden duidelijk is dat een liesbreukoperatie volgens de Shouldicetechniek tot de verzekerde zorg op grond van de zorgverzekering behoort. De commissie ziet geen aanleiding tot een inhoudelijke beoordeling van het verzoek, waarbij zij opmerkt dat met het bindend advies de rechtsverhouding tussen de bij het geschil betrokken partijen wordt vastgesteld. Anderen kunnen van de inhoud kennisnemen, omdat de SKGZ verplicht is de uitgebrachte bindende adviezen op de website te publiceren. De commissie volstaat daarom met de enkele vaststelling dat verzoekster aanspraak heeft op de aangevraagde behandeling, ten laste van de zorgverzekering.