Chat with us, powered by LiveChat Bindend advies GcZ, 7 mei 2025, SKGZ202401870 - SKGZ
Menu overslaan

Bindend advies GcZ, 7 mei 2025, SKGZ202401870

Afgewezen

- 202401870

Farmaceutische zorg Premie, eigen risico
Het wettelijk verplicht eigen risico geldt voor verzoeker onverkort. Verzoeker heeft voorts niet aannemelijk gemaakt dat hij voldoet aan de vergoedingsvoorwaarden voor oxazepam.

Uitspraak

Verzoeker heeft de commissie verzocht te bepalen dat de ziektekostenverzekeraar ten onrechte het eigen risico bij hem in rekening brengt. Dit omdat verzoeker gehandicapt is en de eigen risicoregeling voor verzekerden met een beperking in strijd is met internationale verdragen. Verder heeft verzoeker de commissie verzocht te beslissen dat de ziektekostenverzekeraar de kosten van geneesmiddelen, waaronder oxazepam, volledig dient te vergoeden. Doordat de kosten nu niet geheel worden vergoed, ontstaat een stapeleffect. De ziektekostenverzekeraar heeft gesteld dat voor iedere verzekerde van 18 jaar en ouder een wettelijk verplicht eigen risico van € 385,- per kalenderjaar geldt. Voor verzoeker wordt hierop geen uitzondering gemaakt. Ten aanzien van de geneesmiddelen heeft de ziektekostenverzekeraar met de apothekers afspraken gemaakt over de beoordeling. Uit het feit dat verzoeker van de apotheek voor de aflevering van het middel oxazepam een nota heeft ontvangen, leidt de ziektekostenverzekeraar af dat verzoeker niet voldoet aan de voorwaarden om voor vergoeding van dit geneesmiddel in aanmerking te komen. De commissie beslist dat op grond van artikel 19 Zvw voor iedere verzekerde van 18 jaar en ouder een wettelijk verplicht eigen risico van € 385,- per kalenderjaar geldt. Het feit dat verzoeker gehandicapt is, maakt niet dat voor hem hierop een uitzondering moet worden gemaakt. Ten aanzien van het geneesmiddel oxazepam heeft verzoeker niet aannemelijk gemaakt dat hij aan de voorwaarden voldoet om voor vergoeding hiervan in aanmerking te komen. Dit betekent dat de ziektekostenverzekeraar vergoeding van de kosten terecht heeft geweigerd. De stelling van verzoeker dat bij hem sprake is van een stapeleffect maakt het voorgaande niet anders. De door verzoeker gedane verzoeken worden afgewezen.

Uitspraak Bindend advies GcZ, 7 mei 2025, SKGZ202401870