De zorgverzekeraar heeft de aanvraag voor het PGB vv terecht afgewezen, omdat niet is gebleken dat verzoekster het PGB vv zelfstandig kan beheren.

Verzoekster heeft aan aanvraag ingediend voor een PGB vv bij de zorgverzekeraar. In het kader van de beoordeling van de aanvraag is de zorgverzekeraar nagegaan of verzoekster het PGB vv zelfstandig, of met behulp van een (wettelijk) vertegenwoordiger, kan beheren. Volgens de zorgverzekeraar is dit niet het geval en de commissie kan hem hierin volgen. Zo is gebleken dat verzoekster niet over haar eigen administratie beschikt. Daarnaast neemt iemand anders met of namens haar contact op met de zorgverzekeraar bij problemen en dient diegene ook de declaraties in. Hieruit blijkt dat verzoekster ondersteuning nodig heeft bij het voeren van haar administratie en het beheren van het PGB vv. Die ondersteuning krijgt zij echter niet van iemand die is aan te merken als een (wettelijk) vertegenwoordiger in het kader van het PGB vv. Dat is niet toegestaan. Het staat verzoekster, anders dan de ziektekostenverzekeraar stelt, wel vrij de komende vijf jaren een PGB vv aan te vragen. Bij gelijke omstandigheden zal hierop echter wel een afwijzing volgen. De commissie ziet aanleiding de ziektekostenverzekeraar te verplichten verzoekster het entreegeld van € 37,-- te vergoeden.

Volledig document openen (pdf)