Bindend advies GcZ, 21 maart 2024, SKGZ202202161

Bindend advies GcZ, 21 maart 2024, SKGZ202202161

Uitspraak Geschillencommissie Zorgverzekeringen
Uitkomst: Afgewezen
Datum uitspraak: 21 maart 2024
Datum publicatie: 27 maart 2024

De ziektekostenverzekeraar hoeft de kosten van reparatie van de retentieapparatuur niet te vergoeden

Verzoeker heeft aan de commissie verzocht te beslissen dat de ziektekostenverzekeraar is gehouden de gemaakte en nog te maken kosten van vervanging van de kunststof retentieplaat voor de onderkaak en van de nacontroles ‘6 en 9’ te vergoeden. Volgens verzoeker werd eerder toestemming verleend, duurt de retentiefase in zijn geval kennelijk langer, en kan het niet de bedoeling zijn dat hij met kosten van een orthodontische behandeling wordt geconfronteerd. De ziektekostenverzekeraar heeft gesteld dat de actieve orthodontische behandeling van verzoeker is beëindigd. Er bestaat thans geen functieprobleem meer. Daarnaast verzet het maatmanbeginsel zich tegen verdere vergoeding.
De commissie overweegt dat met het verwijderen op 11 mei 2020 van de orthodontische apparatuur
boven en onder een einde is gekomen aan de actieve behandeling. De oorzaak van het bestaande
functieprobleem – een zeer diepe beet – was op dat moment verholpen. Daarmee was de indicatie
voor bijzondere tandheelkunde vervallen, hetgeen in ieder geval op 13 mei 2022 het geval was. Dit
alles wordt bevestigd in het advies van het Zorginstituut. Daarbij wijst het Zorginstituut erop dat de verlenging van de retentiefase verband houdt met een niet-verzekerde behandeling. De vereiste toestemming voor orthodontische behandelingen na eerdergenoemde datum werd verzoeker dan ook terecht door de ziektekostenverzekeraar onthouden. Het door de ziektekostenverzekeraar genoemde maatmanbeginsel behoeft daarom geen bespreking. Het verzoek wordt afgewezen.

Box icon

Tags

Klacht indienen

Heb je een probleem waar je met jouw zorgverzekeraar niet uitkomt, dan kun je dit aan ons voorleggen.

Ik wil een klacht indienen

Gerelateerde uitspraken