Bindend advies GcZ, 29 december 2021, SKGZ202100099

Uitspraak

De ziektekostenverzekeraar dient de indicatie die is gesteld door de wijkverpleegkundige als uitgangspunt te nemen bij de beoordeling van een aanvraag voor een PGB vv. Voor zover deze indicatie voor hem onvoldoende duidelijk is, dient hij dit te onderbouwen en hierover gerichte vragen te stellen aan de indicerend wijkverpleegkundige. Dit laatste heeft de ziektekostenverzekeraar ten onrechte nagelaten, waardoor hij alsnog een PGB vv aan verzoekster moet toekennen voor het aanreiken van medicatie. Hij is echter niet gehouden een PGB vv toe te kennen voor ondersteuning bij de toiletgang en incontinentiemateriaal, omdat de wijkverpleegkundige heeft verklaard dat hiervoor hulpmiddelen kunnen worden ingezet. Voor hulp bij het aan- en uittrekken van steunkousen hoeft geen PGB vv te worden toegekend, omdat deze zorg niet is geïndiceerd.