Bindend advies GcZ, 25 januari 2022, SKGZ202001619

Uitspraak

Verzoeker heeft in verband met diverse lichamelijke en psychische klachten bij de ziektekostenverzekeraar aanspraak gemaakt op een PGB vv. De ziektekostenverzekeraar heeft de aanvraag voor het PGB vv afgewezen op de grond dat de zelfredzaamheid van verzoeker nog kan worden vergroot, zodat hij hierop niet is aangewezen. De commissie besluit tot afwijzing van het verzoek. Het lag op de weg van de ziektekostenverzekeraar een verslag te maken van het gesprek met de indicerend wijkverpleegkundige en haar te vragen om een bevestiging hiervan. Deze stukken zijn in de onderhavige procedure niet overgelegd. De ziektekostenverzekeraar heeft aldus bij de totstandkoming van zijn beslissing procedureel niet de zorgvuldigheid in acht genomen die van hem mag worden verwacht. De hieraan mogelijk te verbinden sanctie is toewijzing van het verzoek tot toekenning van een PGB vv conform de gestelde indicatie. De gemachtigde van verzoeker heeft echter ter zitting verklaard dat zij het standpunt van de ziektekostenverzekeraar onderschrijft dat het in april 2020 opgestelde zorgplan niet goed was onderbouwd en onvolledig was. Onder deze omstandigheden is toewijzing van het verzoek naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.