Bindend advies GcZ, 17 januari 2025, SKGZ202400546
- 202400546
Uitspraak
Verzoekster heeft aan de commissie verzocht te beslissen dat de ziektekostenverzekeraar haar alsnog een PGB vv moet toekennen conform de op 19 oktober 2022 respectievelijk 6 juli 2023 geïndiceerde uren. De commissie overweegt dat bij beide indicaties door de ziektekostenverzekeraar contact is opgenomen met de indicerend wijkverpleegkundigen. De eerste is volledig akkoord gegaan met de door de ziektekostenverzekeraar voorgestelde verlaging van het aantal uren, en de tweede gedeeltelijk. Voor het deel van de verlaging waarop door de wijkverpleegkundige geen akkoord is gegeven, diende de ziektekostenverzekeraar te onderbouwen waarom dit in mindering is gebracht op het aangevraagde PGB vv. Dit is niet gebeurd, zodat deze uren alsnog aan verzoekster moeten worden toegekend. Het betreft hierbij de in geschil zijnde periode van 6 juli 2023 tot en met 5 juli 2024. Het verzoek wordt voor dit deel toegewezen; het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.
Uitspraak Bindend advies GcZ, 17 januari 2025, SKGZ202400546