Bindend advies GcZ, 23 juni 2025, SKGZ202401285
- 202401285
Uitspraak
Verzoeker heeft aan de commissie verzocht te beslissen dat de ziektekostenverzekeraar gehouden is de kosten van de in Iran uitgevoerde behandelingen, bestaande uit een blokkade van de nervus suprascapularis en prolotherapie van de schouder, te vergoeden ten laste van de zorgverzekering. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat hij tijdens zijn verblijf in Iran is gevallen en door de artsen direct moest worden geopereerd. De ondergane behandelingen zijn in Iran zeer gebruikelijk. De ziektekostenverzekeraar heeft gesteld dat bij verzoeker de indicatie SAPS niet aan de orde is; het gaat om artrose. Zowel een zenuwblokkade van de nervus suprascapularis als prolotherapie van de schouder voldoet niet aan de ‘stand van de wetenschap en praktijk’. De commissie overweegt dat het Zorginstituut in zijn advies gemotiveerd uiteenzet waarom sprake is van SAPS. In februari 2025 is een geüpdatete versie van de richtlijn SAPS van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging (NOV) gepubliceerd. In de toelichting op deze richtlijn staat dat er ook systematisch literatuuronderzoek is uitgevoerd. Gelet op de resultaten van het systematisch literatuuronderzoek en de aanbevelingen zoals geformuleerd in de richtlijn, voldoet een nervus suprascapularis blokkade niet aan de ‘stand van de wetenschap en praktijk’ bij patiënten met SAPS voor wie nog andere behandelopties bestaan. Verzoeker is direct na zijn val geopereerd zodat niet vaststaat dat er geen andere behandelopties meer waren. Ten aanzien van de eveneens uitgevoerde prolotherapie geldt dat het Zorginstituut op 24 januari 2025 een literatuursearch heeft gedaan. Hieruit is gebleken dat voor prolotherapie van de schouder bij SAPS nog onvoldoende bewijs is om deze behandeling als conform de ‘stand van de wetenschap en praktijk’ te beschouwen. De commissie ziet in het door verzoeker gestelde geen aanleiding om van de conclusie van het Zorginstituut af te wijken en neemt deze over. Ook op grond van de aanvullende ziektekostenverzekering bestaat geen aanspraak op vergoeding van de in Iran gemaakte kosten. Het verzoek wordt afgewezen.
Uitspraak Bindend advies GcZ, 23 juni 2025, SKGZ202401285