Bindend advies GcZ, 20 november 2019, SKGZ201900607
- 201900607
Uitspraak
Samenvatting bindend advies Verzoeker lijdt aan diabetes mellitus. Als gevolg hiervan slinkt zijn kaak sneller dan bij verzekerden zonder deze aandoening. Omdat verzoeker bijna edentaat is, is bij de ziektekostenverzekeraar een aanvraag ingediend voor het extraheren van de restdentitie en het aanbrengen van twee implantaten en een klikprothese. Hetgeen partijen verdeeld houdt is of de ziektekostenverzekeraar de aangevraagde implantaatbehandeling dient te vergoeden ten laste van de zorgverzekering. De commissie oordeelt dat de ziektekostenverzekeraar hiertoe niet is gehouden. Er is namelijk geen sprake van een (verzekerings)indicatie in de vorm van een ernstige ontwikkelingsstoornis, groeistoornis of verworven afwijking van het tand-kaak-mondstelsel, waarbij de tandheelkundige zorg noodzakelijk is om een tandheelkundige functie te behouden of te verwerven die gelijk is aan de functie die zou hebben bestaan indien de aandoening zich niet zou hebben voorgedaan. Ook staat vast dat bij verzoeker niet kan worden gesproken van een ernstig geslonken tandeloze kaak. Het argument van verzoeker dat om medische redenen direct na het extraheren moet worden gestart met de implantaatbehandeling slaagt niet. Het staat namelijk niet vast dat verzoeker, na het extraheren, niet uit kan met een conventionele prothese.
Uitspraak Bindend advies GcZ, 20 november 2019, SKGZ201900607