Bindend advies GcZ, 9 september 2020, SKGZ201902266
- 201902266
Uitspraak
Volgens verzoeker stelt de zorgverzekeraar zich al langere tijd ten onrechte op het standpunt dat sprake is van een betalingsachterstand. Een en ander is niet terecht omdat de gemeente voor hem de premies heeft voldaan. De commissie overweegt dat de door de gemeente gedane betalingen niet waren voorzien van een betalingskenmerk. Daarom mocht de zorgverzekeraar deze betalingen in mindering brengen op andere openstaande vorderingen. Omdat verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij andere betalingen heeft gedaan is de aanmelding van verzoeker als wanbetaler bij het Zorginstituut terecht. Ook heeft de commissie geen aanwijzingen dat het WSNP-traject niet goed door de zorgverzekeraar is verwerkt. Wat betreft de betalingsachterstand na de datum van de WSNP geldt dat deze niet juist door de zorgverzekeraar is vastgesteld. Er zijn drie betalingen ten onrechte geboekt op vorderingen van vóór de WSNP. Daarom moeten deze betalingen alsnog in mindering worden gebracht op de nog openstaande schuld.
Uitspraak Bindend advies GcZ, 9 september 2020, SKGZ201902266