Chat with us, powered by LiveChat Bindend advies GcZ, 16 maart 2021, SKGZ202001438 - SKGZ
Menu overslaan

Bindend advies GcZ, 16 maart 2021, SKGZ202001438

Afgewezen

- 202001438

Buitenland, Europees recht Medisch-specialistische zorg
Verzoekster heeft geen recht op een (aanvullende) vergoeding voor de zorgkosten die voor haar rekening zijn gebleven.

Uitspraak

Verzoekster is op 4 mei 2020 naar een ziekenhuis in België gegaan en is hier vervolgens van 6 mei 2020 tot en met 15 mei 2020 opgenomen geweest. Voorafgaand aan deze opname is hiervoor een aanvraag ingediend bij de ziektekostenverzekeraar. Deze heeft de aanvraag uiteindelijk goedgekeurd en achteraf een S2-formulier afgegeven. Op basis hiervan bestaat recht op vergoeding van de zorgkosten volgens de Belgische sociale ziektekostenverzekering. Verzoekster heeft op grond van artikel 26, zevende lid, van Verordening nr. 987/2009 recht op een aanvullende vergoeding op basis van de zorgverzekering, als de kosten niet volledig zijn vergoed en de vergoeding op grond van de zorgverzekering hoger is dan die volgens het Belgische stelsel. Dit laatste is echter niet het geval, omdat het Nederlandse marktconforme tarief voor de genoten zorg juist lager is. Evenmin bestaat recht op een vergoeding op grond van de aanvullende ziektekostenverzekering.

Uitspraak Bindend advies GcZ, 16 maart 2021, SKGZ202001438