Bindend advies GcZ, 24 maart 2021, SKGZ202001439
- 202001439
Uitspraak
De moeder van verzoeker heeft van 2015 tot en met 2019 nota's betreffende het PGB vv ter declaratie ingediend bij de ziektekostenverzekeraar. Na onderzoek door de ziektekostenverzekeraar is gebleken dat een groot deel van deze nota's vals is. Verzoeker heeft zijn rol bij deze fraude erkend. Hierop heeft de ziektekostenverzekeraar een aantal maatregelen tegen hem getroffen. Aanvankelijk is verzoeker opgekomen tegen (i) de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd, (ii) de beëindiging van zijn verzekering. Nadien heeft hij zijn verzoek uitgebreid en de commissie verzocht ook te oordelen over de andere maatregelen die tegen hem zijn getroffen. De commissie oordeelt dat de uitbreiding van het verzoek tardief (te laat) is. Het onderzoek – in eerste instantie naar het handelen van zijn moeder - heeft zorgvuldig plaatsgevonden en de kritiek die verzoeker hierop zou kunnen hebben, is sindsdien achterhaald door zijn spontane bekentenis (i). Verder stelt de commissie vast dat verzoeker geen belang heeft bij een uitspraak over de beëindiging van zijn verzekering (ii). Hij heeft hierdoor geen schade geleden en hij is inmiddels elders verzekerd tegen ziektekosten.
Uitspraak Bindend advies GcZ, 24 maart 2021, SKGZ202001439