Bindend advies GcZ, 7 juni 2021, SKGZ202002128
- 202002128
Uitspraak
Verzoeker heeft epilepsie en krijgt een aantal insulten per jaar. Bij een insult moet snel worden gehandeld. Verzoeker heeft een polsalarm, dat wordt geactiveerd als hij een aanval krijgt. Overdag wordt hiervoor een thuiszorgorganisatie gealarmeerd, die binnen tien minuten ter plaatse is. In de nacht wordt de opvolging van het alarm echter niet door de thuiszorgorganisatie verzorgd. Op dat moment staat de familie stand-by. Voor het stand-by staan en het verlenen van de zorg is bij de ziektekostenverzekeraar een PGB vv aangevraagd. De ziektekostenverzekeraar heeft de aanvraag afgewezen. Hij is van mening dat het stand-by staan van de familieleden geen zorg is zoals verpleegkundigen die plegen te bieden. De verleende zorg kan volgens hem worden verwacht van het netwerk. Uit het advies van het Zorginstituut volgt dat het stand-by staan van de familie in de nacht geen zorg is zoals verpleegkundigen die plegen te bieden. Anders is dit voor de zorg die tijdens de nacht wordt verleend. De commissie overweegt dat in het zorgplan niet is gespecificeerd welke uren zien op het stand-by staan en welke uren op de daadwerkelijk geleverde zorg. Daarom kan het PGB vv niet worden toegekend. De ziektekostenverzekeraar dient samen met verzoeker te zoeken naar wijkverpleegkundige die een goede indicatie kan stellen voor de toekomst.
Uitspraak Bindend advies GcZ, 7 juni 2021, SKGZ202002128