Bindend advies GcZ, 29 oktober 2021, SKGZ202100510
- 202100510
Uitspraak
Tussen partijen is in geschil of verzoeker aanspraak heeft op vergoeding van een in België uitgevoerde R.HA, waarbij een MoM-heupprothese is geplaatst. De commissie overweegt dat deze behandeling niet voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk. Hiermee is een R.HA waarbij een MoM-prothese wordt geplaatst geen verzekerde prestatie op grond van de zorgverzekering. Dit betekent dat verzoeker geen aanspraak heeft op vergoeding van de operatie ten laste van de zorgverzekering. De ziektekostenverzekeraar heeft om die reden ook de toestemming op grond van Vo. nr. 883/2004 terecht geweigerd. Voorts heeft verzoeker geen aanspraak op een (gedeeltelijke) vergoeding, namelijk de vergoeding die hij zou hebben ontvangen als een standaard heupoperatie zou zijn verricht. De feitelijk uitgevoerde zorg is bepalend voor de vraag of en tot welke uitkering de ziektekostenverzekeraar is gehouden.
Uitspraak Bindend advies GcZ, 29 oktober 2021, SKGZ202100510