Bindend advies GcZ, 11 januari 2022, SKGZ202101354
- 202101354
Uitspraak
Verzekerde heeft al jarenlang een PGB vv. Een indicerend wijkverpleegkundige heeft bij haar een indicatie gesteld, waarna bij de ziektekostenverzekeraar een aanvraag is ingediend tot verlenging van het eerdere PGB vv. De ziektekostenverzekeraar kende een lager aantal uren toe dan was geïndiceerd. Hij had weliswaar contact met de indicerend wijkverpleegkundige, maar was van mening de indicatie eenzijdig te moeten verlagen. De commissie beslist dat het, gezien de duidelijke motivering van de wijkverpleegkundige, op de weg van de ziektekostenverzekeraar had gelegen een andere wijkverpleegkundige verzekerde te laten beoordelen, met het hierbij behorende huisbezoek. Nu hij dit heeft nagelaten, is hij gehouden een PGB vv toe te kennen op basis van de gestelde indicatie, zij het onder aftrek van de uren die zien op het aanreiken van medicatie. Over dit onderdeel werd namelijk tussen de ziektekostenverzekeraar en de indicerend wijkverpleegkundige wél overeenstemming bereikt.
Uitspraak Bindend advies GcZ, 11 januari 2022, SKGZ202101354