Chat with us, powered by LiveChat Bindend advies GcZ, 8 november 2023, SKGZ202301119 - SKGZ
Menu overslaan

Bindend advies GcZ, 8 november 2023, SKGZ202301119

Gedeeltelijk toegewezen

- 202301119

Verblijf, verpleging, verzorging, Zvw-pgb
Verzoeker heeft geen aanspraak op vergoeding van de kosten van de aan erflaatster verleende wijkverpleging in de periode van 26 februari 2022 tot en met 20 april 2022. De ziektekostenverzekeraar moet hem wel het betaalde entreegeld van € 37,-- vergoeden.

Uitspraak

Erflaatster is op 21 november 2021 op 100-jarige leeftijd gevallen, en heeft bij deze val haar been gebroken. Zij was op dat moment reeds zeer slechtziend en slecht ter been. In de periode van 25 november 2021 tot en met 29 november 2022 is aan erflaatster zorg verleend door een niet-gecontracteerde wijkverpleegkundige. Op 29 november 2022 is erflaatster overleden. Over een deel van voornoemde periode, namelijk van 26 februari 2022 tot en met 20 april 2022, is geen machtiging gevraagd en gegeven. Om die reden heeft de ziektekostenverzekeraar vergoeding geweigerd. De commissie beslist tot afwijzing van het verzoek de ziektekostenverzekeraar te verplichten alsnog ten minste 50% van de gemaakte kosten in de desbetreffende periode te vergoeden. De gestelde eis van voorafgaande toestemming is niet onredelijk, en de omstandigheden van erflaatster waren niet zodanig dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar was geweest haar aan deze eis te houden. Omdat de ziektekostenverzekeraar lopende de procedure al gedeeltelijk tegemoet was gekomen aan het eerdere verzoek om vergoeding, acht de commissie wel gronden aanwezig de ziektekostenverzekeraar te verplichten aan verzoeker het entreegeld van € 37,-- te vergoeden.

Uitspraak Bindend advies GcZ, 8 november 2023, SKGZ202301119