Bindend advies GcZ, 17 april 2024, SKGZ202301234
- 202301234
Uitspraak
Verzoeker heeft aan de commissie verzocht te beslissen dat de ziektekostenverzekeraar gehouden is hem de reis- en verblijfkosten te vergoeden die hij heeft moeten maken voor een behandeling in verband met Spontaneous Intracranial Hypotension (SIH) in Freiburg, Duitsland. De ziektekostenverzekeraar heeft gesteld dat geen sprake is van een ‘expertisebehandeling’, omdat de in Freiburg toegepaste bloedpatch ook in Nederland wordt uitgevoerd. Om die reden bestaat geen aanspraak op vergoeding van de reis- en verblijfkosten ten laste van de aanvullende ziektekostenverzekering. De commissie stelt voorop dat zij zich kan voorstellen de wens van verzoeker om zich te laten behandelen door een arts met expertise op het desbetreffende terrein. Dit maakt echter niet dat de benodigde expertise in Nederland afwezig was, zodat kan worden gesproken van een ‘expertisebehandeling’ als bedoeld in de verzekeringsvoorwaarden. Het moet daarbij namelijk gaan om een behandeling die in Nederland in het geheel niet wordt geleverd. Het ligt op de weg van verzoeker aannemelijk te maken dat de zorg niet in Nederland niet voorhanden was en deze is hierin niet geslaagd. Hierbij is van belang dat een verwijzing van een medisch specialist ontbreekt, en dat de reden hiervan onduidelijk is. Verzoeker heeft hierover weliswaar een vermoeden uitgesproken, maar dit is niet toetsbaar en kan daarom niet van doorslaggevende betekenis zijn. Om deze redenen kan niet worden gesproken van een ‘expertisebehandeling’ als bedoeld in de voorwaarden van de aanvullende ziektekostenverzekering, en daarom heeft verzoeker geen aanspraak op vergoeding van de reis- en verblijfkosten ter hoogte van € 3.462,72.
Uitspraak Bindend advies GcZ, 17 april 2024, SKGZ202301234