Chat with us, powered by LiveChat Bindend advies GcZ, 7 juni 2024, SKGZ202302949 - SKGZ
Menu overslaan

Bindend advies GcZ, 7 juni 2024, SKGZ202302949

Afgewezen

- 202302949

GGZ, psychologische zorg
Verzoeker heeft geen aanspraak op vergoeding van de in Antwerpen, België, uitgevoerde klinische behandeling ten laste van de zorgverzekering.

Uitspraak

Verzoeker heeft aan de commissie verzocht te beslissen dat de ziektekostenverzekeraar gehouden is de kosten van de in Antwerpen, België, bij Affect2U uitgevoerde klinische behandeling, te weten een bedrag van € 14.150,--, geheel dan wel gedeeltelijk te vergoeden ten laste van de zorgverzekering. Daarnaast heeft verzoeker de commissie verzocht te bepalen dat de ziektekostenverzekeraar gehouden is te vergoeden de kosten voor de behandeling van zijn klacht ten bedrage van € 37,--. De ziektekostenverzekeraar heeft gesteld dat de kosten van de uitgevoerde klinische behandeling bij Affect2U niet worden vergoed, omdat verzoeker geen voorafgaande toestemming heeft gevraagd. De commissie overweegt dat verzoeker naar een andere EU-lidstaat, namelijk België, is gegaan om daar een klinische GGZ-behandeling vanwege zijn verslavingsproblematiek te ondergaan. Hij heeft niet voorafgaand toestemming gevraagd aan de ziektekostenverzekeraar en bijzondere omstandigheden die hieraan in de weg stonden zijn gesteld noch gebleken. (EG) Verordening nr. 883/2004 blijft daarom buiten toepassing. Met betrekking tot de zorgverzekering overweegt de commissie dat op grond van de Algemene regels en vergoedingen van de zorgverzekering voorafgaande toestemming is vereist voor de uitgevoerde behandeling, en deze ontbreekt. Indien sprake is van spoedeisende zorg geldt deze voorwaarde niet. Verzoeker heeft niet aannemelijk gemaakt dat het ging om spoedeisende zorg als bedoeld in de Algemene regels en vergoedingen van de zorgverzekering. Dit betekent dat vergoeding, ten laste van die verzekering, van de kosten van de behandeling in België terecht is geweigerd. De commissie wijst het verzoek daarom af. Voor toekenning van een vergoeding in verband met de gemaakte kosten voor de onderhavige procedure bestaat om deze reden geen grond.

Uitspraak Bindend advies GcZ, 7 juni 2024, SKGZ202302949