Bindend advies GcZ, 7 november 2024, SKGZ202400975
- 202400975
Uitspraak
Verzoeker heeft aan de commissie verzocht te bepalen dat de ziektekostenverzekeraar gehouden is de door hem in Duitsland gemaakte kosten voor behandelingen op 12 juni 2023 en 2 augustus 2023, te weten een bedrag van totaal € 4.565,56, te vergoeden ten laste van de zorgverzekering. De ziektekostenverzekeraar heeft gesteld dat het geen acute zorg betrof en dat daarom een voorafgaande verwijzing door de huisarts nodig was. Nu een verwijzing ontbreekt, bestaat geen aanspraak op vergoeding van de kosten. De commissie overweegt dat in dit geval moet worden getoetst aan de voorwaarden van de zorgverzekering. Op grond van artikel 9 van de voorwaarden van de zorgverzekering bestaat recht op zorg in het buitenland en in artikel 1.9 is opgenomen dat een verzekerde voor sommige vormen van zorg een verwijzing nodig heeft. Of dit nodig is, blijkt uit het betreffende zorgartikel. Een dergelijke verwijzing is niet vereist in geval van acute zorg. In casu was daarvan geen sprake. Een voorafgaande schriftelijke verwijzing was daarom vereist en deze ontbreekt. Het verzoek wordt afgewezen.
Uitspraak Bindend advies GcZ, 7 november 2024, SKGZ202400975