Bindend advies GcZ, 24 december 2024, SKGZ202400526
- 202400526
Uitspraak
Verzoeker heeft aan de commissie verzocht te bepalen dat de ziektekostenverzekeraar is gehouden hem een vergoeding te verlenen op basis van 80%, voor de verrichtingen op de begroting van de tandarts-implantoloog van 6 september 2023 die niet beginnen met een "A", "C", "M" of "V". De ziektekostenverzekeraar heeft verklaard dat verzoeker geen aanspraak heeft op een hogere vergoeding. De commissie is van oordeel dat de tekst van de brief van de ziektekostenverzekeraar van 22 september 2023 niet anders kan worden gelezen dan dat aanspraak bestaat op een vergoeding van maximaal € 250,-- waarvan verzoeker al € 25,27 had opgemaakt, zodat op dat moment een bedrag van € 224,73 resteerde. Als de dikgedrukte koppen na elkaar worden gelezen, is duidelijk dat de ziektekostenverzekeraar eerst de totale maximale vergoeding heeft genoemd, en daarna de procentuele vergoeding per groep van verrichtingencodes (80% of 100%). Dit alles is in overeenstemming met de voorwaarden van de aanvullende ziektekostenverzekering, die eveneens duidelijk zijn. De commissie kan verzoeker niet volgen in zijn lezing van de betreffende brief. Verzoeker heeft dan ook geen aanspraak op een hogere vergoeding, ten laste van de aanvullende ziektekostenverzekering.
Uitspraak Bindend advies GcZ, 24 december 2024, SKGZ202400526