Advies Zorginstituut Nederland, SKGZ202400931

Verzoeker heeft aan de commissie verzocht te beslissen dat de ziektekostenverzekeraar is gehouden de kosten van de in Turkije bij hem uitgevoerde artroscopie van beide knieën te vergoeden. Hij stelt dat volgens de richtlijnen bij de gestelde indicatie een artroscopie dient plaats te vinden. De ziektekostenverzekeraar heeft vergoeding van de kosten afgewezen omdat (i) verzoeker bij de gestelde indicatie niet redelijkerwijs op een artroscopie van beide knieën was aangewezen, en (ii) omdat verzoeker geen geldige verwijzing heeft overgelegd. Uit de richtlijn ‘Artroscopie van de knie’ blijkt dat een artroscopie alleen geïndiceerd is bij een bacteriële artritis die bevestigd is door middel van een gewrichtspunctie, en bij een knie die plotseling op slot zit als gevolg van acuut meniscusletsel. Het Zorginstituut concludeert dat geen van beide situaties bij verzoeker aan de orde was. Daarom was hij niet redelijkerwijs aangewezen op een artroscopie van beide knieën. De commissie volgt het Zorginstituut hierin. De vraag of verzoeker in het bezit was van een geldige verwijzing kan onbeantwoord blijven. Verzoeker heeft geen onderbouwing geleverd voor zijn stelling dat door de ziektekostenverzekeraar telefonisch vergoeding werd toegezegd. Het verzoek wordt afgewezen.