Chat with us, powered by LiveChat Bindend advies GcZ, 19 juni 2025, SKGZ202401262 - SKGZ
Menu overslaan

Bindend advies GcZ, 19 juni 2025, SKGZ202401262

Gedeeltelijk toegewezen

- 202401262

Premie, eigen risico
Verzoeker heeft aanspraak op de helft van de gemiste collectiviteitskorting over de periode van 1 augustus 2014 tot 1 januari 2023.

Uitspraak

Verzoeker wenst met terugwerkende kracht tot 30 juli 2014 een collectiviteitskorting te genieten. Hij is echter bereid genoegen te nemen met de helft van het gemiste bedrag. De ziektekostenverzekeraar heeft verklaard de gemiste korting over 2022 onverplicht te willen vergoeden. Voor een verdere teruggave ziet hij geen grond. De commissie stelt allereerst vast dat zij het middel van verjaring niet ambtshalve mag toepassen, en dat de ziektekostenverzekeraar zich niet erop heeft beroepen dat de vordering deels is verjaard. De wijziging is geëffectueerd met ingang van 1 augustus 2014, en met ingang van 2023 is de collectiviteitskorting weer toegepast. De beoordeling betreft daarom de periode van 1 augustus 2014 tot 1 januari 2023. Vervolgens concludeert de commissie dat voldoende aannemelijk is dat bij de omzetting van de wijze van incasso in 2014, de collectieve verzekering van verzoeker door de ziektekostenverzekeraar is gewijzigd in een individuele verzekering. Verzoeker heeft daarna de hogere premie te goeder trouw voldaan. Het verschil tussen de betaalde premie en de premie die verschuldigd zou zijn geweest in het kader van de collectieve verzekering van de gemeente werd door hem onverschuldigd betaald. Verzoeker heeft echter niet verzocht om teruggave van het gehele bedrag, maar van de helft hiervan. Het verzoek wordt in die zin toegewezen.

Uitspraak Bindend advies GcZ, 19 juni 2025, SKGZ202401262