Chat with us, powered by LiveChat Bindend advies GcZ, 4 juli 2025, SKGZ202402229 - SKGZ
Menu overslaan

Bindend advies GcZ, 4 juli 2025, SKGZ202402229

Gedeeltelijk toegewezen

- 202402229

Farmaceutische zorg
De ziektekostenverzekeraar is gehouden de verrekening van het bedrag van de vergoedingslimiet voor het voorkeursgeneesmiddel valsartan met het eigen risico 2024 te corrigeren, behoudens voor zover naar aanleiding van de handmatige correctie het volledige notabedrag van € 141,24 al aan verzoeker werd betaald.

Uitspraak

Verzoeker heeft de commissie in eerste instantie verzocht te bepalen dat de ziektekostenverzekeraar bij de verrekening met het verplicht eigen risico 2023 en 2024 ten onrechte terhandstellingskosten in rekening heeft gebracht ter zake van zijn in België betrokken geneesmiddelen. Nadien heeft hij aangevoerd dat sprake is van voorkeursgeneesmiddelen, die buiten het verplicht eigen risico vallen. Verzoeker heeft ter zitting het voorbehoud gemaakt dat hij geen beslissing van de commissie wenst als door correctie van de terhandstellingskosten een hoger bedrag voor zijn rekening komt. Volgens de zorgverzekeraar is de door hem toegepaste verrekening met het eigen risico in het voordeel van verzoeker. Later heeft hij gesteld dat voor beide jaren al een handmatige correctie van de apotheeknota’s uit 2023 en 2024 werd uitgevoerd. De commissie stelt vast dat uit de stukken blijkt dat de nota van de Belgische apotheek uit 2023 alsnog volledig aan verzoeker werd voldaan. Daarom behoeft de vraag naar de verrekening met het verplicht eigen risico 2023 geen beantwoording meer. Voor 2024 is niet gebleken van volledige vergoeding van de apotheeknota op een later moment zodat moet worden aangenomen dat verrekening met het verplicht eigen risico heeft plaatsgevonden conform de in eerste instantie door de ziektekostenverzekeraar gegeven toelichting. De commissie oordeelt dat amlodipine in 2024 geen voorkeursmedicijn was, valsartan was dat wel en had daarom buiten de verrekening moeten blijven. Het verplicht eigen risico van het jaar 2024 dient in verband hiermee te worden gecorrigeerd, behoudens voor zover naar aanleiding van de handmatige correctie het volledige notabedrag van € 141,24 al aan verzoeker werd betaald. Op de nota van de Belgische apotheek zijn geen terhandstellingskosten vermeld. Correctie van het eigen risico 2024 zou tot gevolg kunnen hebben dat verzoeker van de reeds vergoede bedragen boven € 385,- in dat jaar een deel moet terugbetalen – namelijk ter grootte van het bedrag van de als terhandstellingskosten aangemerkte kosten van de medicatie – terwijl de wettelijke eigen bijdrage hoger uitvalt. Gelet op het door verzoeker gemaakte voorbehoud laat de commissie dit onderdeel van het verzoek daarom rusten. Het verzoek wordt aldus gedeeltelijk toegewezen.

Uitspraak Bindend advies GcZ, 4 juli 2025, SKGZ202402229