Bindend advies GcZ, 29 augustus 2025, SKGZ202402250
- 202402250
Uitspraak
Verzoekster heeft aan de commissie verzocht te bepalen dat de ziektekostenverzekeraar gehouden is aan haar € 470,-- te vergoeden voor een gelaatsbehandeling in 2024, ten laste van de aanvullende ziektekostenverzekering. De bepaling in de verzekeringsvoorwaarden over onderbreking van de verzekering is onduidelijk en daarom dient de voor haar gunstigste uitleg te worden toegepast. Volgens de ziektekostenverzekeraar is de bepaling daarentegen duidelijk en bestaat ter zake aanspraak op een bedrag van € 20,--, omdat verzoekster in het verleden al € 450,- heeft ontvangen. De commissie overweegt dat het begrip ‘onderbreking’ in dit verband maar voor één uitleg vatbaar is, ongeacht de aanleiding. Daarom is geen sprake van een onduidelijke bepaling als bedoeld in artikel 6:238, tweede lid, Burgerlijk Wetboek en heeft de ziektekostenverzekeraar terecht een bedrag van € 20,- vergoed voor de gelaatsbehandeling in 2024. De andere verzoeken die zijn gedaan door verzoekster leiden niet tot een andere uitkomst. Het verzoek wordt afgewezen.
Uitspraak Bindend advies GcZ, 29 augustus 2025, SKGZ202402250