Bindend advies GcZ, 2 september 2025, SKGZ202401578
- 202401578
Uitspraak
Verzoekster heeft aan de commissie verzocht te bepalen dat de ziektekostenverzekeraar gehouden is kosten van de in Essen uitgevoerde rugoperatie te vergoeden ten laste van de zorgverzekering. Nadien heeft zij haar verzoek uitgebreid, in die zin dat zij de commissie heeft verzocht te bepalen dat de ziektekostenverzekeraar ook de reis- en verblijfskosten dient te vergoeden, te weten een bedrag van € 717,94, alsmede de kosten van Privatescan, te weten een bedrag van € 600,--, en voorts de wettelijke rente vanaf de betaaldatum van de factuur d.d. 15 april 2024, en de buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 960,--. De ziektekostenverzekeraar heeft aanvankelijk vergoeding van de kosten van de rugoperatie geweigerd. Na ontvangst van nadere stukken heeft hij echter een gedeeltelijke vergoeding verleend ten laste van de zorgverzekering. De kosten van Privatescan worden geacht hierin te zijn begrepen. Ook heeft hij een tariferingsverzoek gedaan bij het Duitse uitvoeringsorgaan, waaruit echter geen opgave van een bedrag volgde. De ziektekostenverzekeraar heeft vergoeding van de reis- en verblijfskosten en van de gevorderde incassokosten afgewezen. Wel heeft hij zich bereid verklaard de wettelijke rente te vergoeden over het inmiddels door hem toegezegde bedrag. De commissie overweegt dat Verordening EG) nr. 883/2004 in dit geval buiten toepassing blijft. Waar het de zorgverzekering betreft zijn het toepasselijke DBC-zorgproduct voor de rugoperatie en het bijbehorende tarief correct bepaald door de ziektekostenverzekeraar. De kosten van de door Privatescan uitgevoerde zorg, te weten de ‘PTED Operatie beoordeling’ en het ‘Consult Dr. Jost Thissen’ zijn hierin niet begrepen, zodat de ziektekostenverzekeraar deze nog aan verzoekster moet vergoeden, overigens met inachtneming van de voorwaarden van de zorgverzekering. Op vergoeding van de reis- en verblijfskosten, de wettelijke rente over het na te betalen bedrag en de gevorderde incassokosten bestaat geen aanspraak. De commissie wijst het verzoek aldus gedeeltelijk toe.
Uitspraak Bindend advies GcZ, 2 september 2025, SKGZ202401578