Chat with us, powered by LiveChat Bindend advies GcZ, 28 augustus 2025, SKGZ202400957 - SKGZ
Menu overslaan

Bindend advies GcZ, 28 augustus 2025, SKGZ202400957

Afgewezen

- 202400957

Buitenland, Europees recht Medisch-specialistische zorg
Verzoekster is redelijkerwijs aangewezen op de in Genk, België, aangevraagde DEXA-scan en de kosten hiervan worden door de ziektekostenverzekeraar alsnog vergoed. De door de ziektekostenverzekeraar in dit verband verwerkte (bijzondere) persoonsgegevens kan zij inzien in de ‘Mijn Omgeving’. Verzoekster heeft niet duidelijk gemaakt welk belang zij heeft bij verstrekking van de naam of namen van de adviserend geneeskundige(n).

Uitspraak

Verzoekster heeft aan de commissie verzocht te bepalen dat de ziektekostenverzekeraar gehouden is de kosten voor een in België aangevraagde DEXA-scan te vergoeden. Daarnaast heeft zij de commissie verzocht de ziektekostenverzekeraar te verplichten haar het samengestelde medisch dossier van de adviserend geneeskundige(n) te sturen en haar de naam of namen van de adviserend geneeskundige(n) te verstrekken. De ziektekostenverzekeraar heeft, naar aanleiding van het voorlopig advies van het Zorginstituut, verklaard dat hij de kosten van de DEXA-scan op basis van de zorgverzekering aan verzoekster vergoedt. Eventuele meerkosten zullen ten laste van haar aanvullende ziektekostenverzekering worden vergoed. Het samengestelde medisch dossier bestaat enkel uit de stukken die verzoekster zelf heeft aangeleverd. Zij kan deze inzien in haar digitale ‘Mijn Omgeving’. De commissie stelt vast dat het Zorginstituut in zijn voorlopig advies van 8 april 2025 heeft overwogen dat verzoekster redelijkerwijs is aangewezen op de aangevraagde zorg. De ziektekostenverzekeraar heeft vervolgens bevestigd dat hij naar aanleiding van dit advies de aanvraag goedkeurt en een bedrag van € 178,46 aan verzoekster vergoedt. Ook zullen meerkosten – als de kosten in België hoger zijn – worden vergoed ten laste van de aanvullende ziektekostenverzekering. Verzoekster heeft vervolgens meegedeeld dat hiermee voor haar het geschil niet is opgelost, omdat zij eventuele vervolgbehandelingen ook vergoed wil krijgen. De commissie overweegt dat zij niet bevoegd is te beslissen over eventuele vervolgbehandelingen die door verzoekster nog niet zijn aangevraagd bij de ziektekostenverzekeraar. De commissie overweegt verder dat nu de ziektekostenverzekeraar is overgegaan tot vergoeding van de DEXA-scan, dit onderdeel geen verdere bespreking behoeft. Wat betreft de inzage in het samengestelde medisch dossier overweegt de commissie dat op grond van de artikelen 6 en 9 van de AVG (bijzondere) persoonsgegevens worden verwerkt door de ziektekostenverzekeraar. Op grond van artikel 15 AVG heeft verzoekster recht op inzage in haar (bijzondere) persoonsgegevens. De ziektekostenverzekeraar heeft verklaard dat de adviserend geneeskundigen enkel beschikken over de medische stukken die door verzoekster zijn aangeleverd en dat die stukken zijn terug te vinden in de persoonlijke digitale ‘Mijn Omgeving’, waar zij deze kan inzien. De commissie overweegt verder dat de naam of namen van de adviserend geneeskundige(n) in het kader van dit geschil niet relevant is/zijn. Welk belang zij heeft bij verstrekking van deze informatie heeft verzoekster niet toegelicht. De commissie ziet daarom geen reden om de ziektekostenverzekeraar te verplichten de naam of namen van de adviserend geneeskundige(n) met verzoekster te delen.

Uitspraak Bindend advies GcZ, 28 augustus 2025, SKGZ202400957