Bindend advies GcZ, 30 september 2025, SKGZ202401372

Uitspraak

Verzoekster heeft aan de commissie verzocht te bepalen dat de ziektekostenverzekeraar is gehouden de aanvraag voor een behandeling met lipofilling van de rechterborst goed te keuren. De ziektekostenverzekeraar heeft gesteld dat bij verzoekster geen sprake is van een aantoonbare lichamelijke functiestoornis en/of verminking zoals bedoeld in de regelgeving. De commissie overweegt dat een verzekeringsindicatie voor lipofilling van de borst kan bestaan in geval van een aantoonbare lichamelijke functiestoornis, waarbij het dan moet gaan om een (mogelijke) complicatie of ernstige pijnklachten als gevolg van een tekort aan subcutane weefselbedekking na plaatsing van een prothese. Dit is bij verzoekster niet aan de orde. Voorts is bij haar geen volumedefect of indeuking in het gebied van het decolleté aanwezig en is ook anderszins geen sprake van verminking. Uit de aanvullende verklaring van de behandelend plastisch chirurg volgt niet dat bij verzoekster een groot risico op tepelnecrose bestaat bij een alternatieve behandeling. Hetgeen verzoekster verder heeft aangevoerd kan evenmin leiden tot een andere uitkomst. Het verzoek wordt daarom afgewezen.