Bindend advies GcZ, 5 november, SKGZ202400901

Uitspraak

Verzoekster heeft aan de commissie verzocht te bepalen dat de ziektekostenverzekeraar is gehouden de aanvraag, voor het aanbrengen van implantaten in de onder- en bovenkaak ter bevestiging van een klikgebit, goed te keuren. De ziektekostenverzekeraar heeft gesteld dat bij verzoekster geen sprake is van een ernstig geslonken tandeloze onder- en bovenkaak. De commissie stelt vast dat verzoekster niet voldoet aan de eis van een ernstig geslonken kaak. Voor zover zij een beroep doet op tandheelkundige zorg in bijzondere gevallen, geldt dat het Zorginstituut in zijn brief van 10 september 2025 desgevraagd heeft toegelicht dat bij verzekerden die lang tandeloos zijn met functionele klachten die voortvloeien uit andere complicerende factoren geen aanspraak bestaat op vergoeding van een implantaatgedragen prothese uit de zorgverzekering, aangezien in dat geval niet wordt voldaan aan de vereiste van ernstige kaakresorptie als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van het Bzv. De commissie volgt het Zorginstituut hierin. Verder oordeelt de commissie dat het begrip “ernstig geslonken” voldoende duidelijk is, en dat hiervan bij verzoeksters onder- en bovenkaak geen sprake is. De stelling van verzoekster dat de wetgever onvoldoende rekening heeft gehouden met haar situatie wordt gepasseerd. Dit betekent dat verzoekster geen aanspraak heeft op het aanbrengen van implantaten in de onder- en bovenkaak ter bevestiging van een klikgebit, ten laste van de zorgverzekering. Het verzoek wordt daarom afgewezen.