Bindend advies GcZ, 17 november 2025, SKGZ202500020
- 202500020
Uitspraak
Verzoeker heeft aan de commissie verzocht te beslissen dat de ziektekostenverzekeraar is gehouden de kosten van het aanbrengen van een implantaat met daarop een kroon te vergoeden ten laste van de zorgverzekering. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat hij lijdt aan Epidermolysis Bullosa Junctional non Herlitz (EB) en dat deze zeldzame variant leidt tot schade aan de gebitselementen. Op dit moment is alleen element 35 verloren gegaan, maar het is wachten op meer. De ziektekostenverzekeraar heeft de aanvraag afgewezen omdat geen sprake is van een verzekeringsindicatie. De commissie overweegt dat in artikel 2.7, eerste lid, sub a, van het Besluit zorgverzekering (Bzv) is bepaald dat bij een indicatie tot bijzondere tandheelkunde mondzorg kan worden vergoed vanuit de zorgverzekering. Er moet dan sprake zijn van een ernstige ontwikkelingsstoornis, groeistoornis of een verworven afwijking van het tand-kaak-mondstelsel met verlies van de tandheelkundige functie tot gevolg. Verzoeker mist op dit moment alleen element 35. Het ontbreken van één element levert volgens het Zorginstituut geen verlies van de tandheelkundige functie op. Verder stelt het Zorginstituut dat er geen causaal verband bestaat tussen de aandoening EB en het verlies van gebitselementen, zodat op grond van artikel 2.7, eerste lid, onderdeel b, Bzv evenmin aanspraak bestaat. Het Zorginstituut concludeert dat in het geval van verzoeker een verzekeringsindicatie voor bijzondere tandheelkundige zorg ontbreekt. De commissie volgt het advies van het Zorginstituut hierin en wijst het verzoek af.
Uitspraak Bindend advies GcZ, 17 november 2025, SKGZ202500020