Bindend advies GcZ, 5 september 2025, SKGZ202500018
- 202500018
Uitspraak
Verzoeker heeft aan de commissie verzocht te bepalen dat de ziektekostenverzekeraar gehouden is de aangevraagde bovenooglidcorrectie beiderzijds te vergoeden ten laste van de zorgverzekering. De ziektekostenverzekeraar heeft de aanwezigheid van een verzekeringsindicatie voor het gevraagde bestreden. Het Zorginstituut heeft in zijn advies aan de commissie opgemerkt dat een lui oog ontstaat tijdens de kinderleeftijd; er is geen sprake is van een aangeboren afwijking of een bij de geboorte aanwezige chronische aandoening. Medische informatie waaruit blijkt dat bij verzoeker congenitale ptosis aan de orde is ontbreekt in het dossier. Voorts is bij hem geen sprake van verminking of een aantoonbare lichamelijke functiestoornis. De commissie volgt het Zorginstituut in zijn conclusie dat verzoeker, bij ontbreken van een verzekeringsindicatie, geen aanspraak kan maken op vergoeding van een bovenooglidcorrectie beiderzijds ten laste van de zorgverzekering. Het verzoek wordt afgewezen
Uitspraak Bindend advies GcZ, 5 september 2025, SKGZ202500018