Hoortoestellen kunnen veel verschil maken als je gehoor achteruitgaat. Ze helpen je om beter mee te doen in gesprekken, op je werk of in het verkeer. Maar hoortoestellen zijn kostbaar. Gelukkig vergoedt de basisverzekering in veel gevallen een deel van de kosten. Op deze pagina lees je wat je kunt verwachten, wat je zelf moet betalen en waar je op moet letten.
Bij een indicatie voor vergoeding vergoedt de zorgverzekeraar vanuit de basisverzekering 75% van de kosten van een hoortoestel als je naar een hoorwinkel gaat die een contract heeft met jouw zorgverzekeraar. Jij betaalt dan 25% van de kosten zelf, dit is een wettelijk bepaalde eigen bijdrage. Daarnaast gaat het bedrag dat vergoed wordt af van je eigen risico als je dat nog niet hebt opgemaakt. Je hebt een verwijzing nodig van een arts of audioloog, en er moet sprake zijn van gehoorverlies van minimaal 35 decibel of ernstig oorsuizen. Een gehoortest (audiogram) is hierbij verplicht.
Niet elk toestel valt binnen de vergoeding. De vergoeding geldt alleen voor hoortoestellen die binnen het functionele vergoedingssysteem passen. Dit betekent dat het toestel voldoende moet zijn voor jouw hoorprobleem, maar niet per se het nieuwste of meest geavanceerde apparaat is. Wil je toch een luxer toestel, bijvoorbeeld met bluetooth of zonder zichtbaar onderdeel? Dan betaal je mogelijk meer of alles zelf.
Twijfel je of een hoorwinkel een contract heeft met jouw zorgverzekeraar? Neem dan contact op met je verzekeraar. Vraag ook goed na of je toestel volledig binnen de vergoeding valt. Zo voorkom je vervelende verrassingen achteraf.
