Foetale Endoscopische Tracheale Occlusie (FETO) is geen zorg zoals medisch specialisten die plegen te bieden en voldoet daarnaast niet aan de stand van de wetenschap en praktijk. Beroep op gelijkheidsbeginsel faalt, omdat niet aannemelijk is gemaakt dat het gelijke gevallen betreft.

Tijdens de 20-wekenecho is verzoekster erachter gekomen dat bij haar ongeboren zoontje sprake was van Congenitale Hernia Diafragmatica (CHD). Later is vastgesteld dat haar zoontje in de severe groep (ernstigste categorie) viel en dat in Nederland hiervoor geen behandeling kon worden geboden. Omdat in België nog wel een behandeling mogelijk was, is bij de ziektekostenverzekeraar een aanvraag gedaan voor Foetale Endoscopische Tracheale Occlusie (FETO). De ziektekostenverzekeraar heeft hierop afwijzend beslist omdat (i) FETO niet voldoet aan het 'plegen te bieden'- criterium en (ii) deze behandeling daarnaast niet voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk.
Het Zorginstituut heeft de commissie geadviseerd het verzoek af te wijzen. Dit omdat FETO geen zorg is die medisch specialisten plegen te bieden. Tevens voldoet de behandeling niet aan de stand van de wetenschap en praktijk. De commissie volgt het advies van het Zorginstituut dat FETO geen zorg is zoals medisch specialisten die plegen te bieden en wijst het verzoek op die grond af. Voor zover verzoekster stelt dat andere verzekerden deze behandeling wél van hun zorgverzekeraar vergoed hebben gekregen, wordt geconcludeerd dat zij die stelling niet aannemelijk heeft gemaakt.

Volledig document openen (pdf)