Verzoekster heeft geen aanspraak op fronttandvervanging, omdat door een orthodontisch traject elementen zijn verplaatst. Van een telefonische toezegging is geen sprake.

Verzoekster heeft de commissie verzocht te beslissen dat de aanvraag van 25 januari 2023 voor een tandheelkundige behandeling, bestaande uit het aanbrengen van implantaten met hierop kronen, alsnog dient te worden goedgekeurd, waarbij die behandeling onder volledige narcose moet plaatsvinden. Volgens verzoekster voldoet zij aan de voorwaarden en is haar eerder door de ziektekostenverzekeraar vergoeding toegezegd. Verzoekster stelt verder te zijn benadeeld doordat zij haar verzekering heeft gewijzigd.
De ziektekostenverzekeraar heeft gesteld dat verzoekster niet voldoet aan de voorwaarden voor fronttandvervanging. Door middel van een orthodontietraject zijn achterliggende elementen verplaatst naar de positie van de ontbrekende snijtanden. Er is daardoor niet langer sprake van een diasteem in het front. Tevens bestaat geen indicatie voor tandheelkundige hulp in bijzondere gevallen. Dat een toezegging tot vergoeding is gedaan heeft de ziektekostenverzekeraar bestreden. De commissie overweegt dat verzoekster een orthodontisch traject heeft doorlopen, waarbij achterliggende elementen naar voren zijn gehaald en op de positie van de ontbrekende snijtanden zijn gekomen. De indicatie voor fronttandvervanging is daarmee komen te vervallen. Voorts heeft verzoekster geen indicatie voor het aanbrengen van implantaten op basis van tandheelkundige hulp in bijzondere gevallen. Het voorgaande wordt bevestigd in het advies van het Zorginstituut van 29 november 2023. De commissie beslist dat verzoekster geen aanspraak heeft op de aangevraagde tandheelkundige behandeling ten laste van de zorgverzekering. Wat betreft de telefonisch toezegging die de ziektekostenverzekeraar zou hebben gedaan, overweegt de commissie dat verzoekster hierbij refereert aan de inhoud van telefoongesprekken die hebben plaatsgevonden vóór het orthodontisch traject. De gesprekken gingen, blijkens de overgelegde notities, over fronttandvervanging, dus over het aanbrengen van implantaten op de posities 12 en 22. Dat verzoekster koos voor een orthodontische behandeling wist de ziektekostenverzekeraar op dat moment niet. De implantaten met hierop kronen die nu in geding zijn bevinden zich op posities waar de diastemen pas zijn ontstaan door de orthodontische behandeling. Het beroep op de telefonische toezegging slaagt daarom niet. Ten aanzien van de wijziging van haar verzekering geldt dat verzoekster haar aanvullende tandverzekering al in 2021, dus ruim vóór de huidige aanvraag, heeft beëindigd. Verder heeft de ziektekostenverzekeraar aangeboden het eigen risico met terugwerkende kracht per 1 januari 2023 te verhogen naar € 885,- en de premie hierop aan te passen. Verzoekster heeft hierop niet gereageerd. De commissie wijst het verzoek af.

Volledig document openen (pdf)