De ingangsdatum van het PGB vv moet worden bepaald op 18 juni 2019.

Verzoekster heeft al enige tijd een PGB vv. Op 30 april 2019 liep het PGB vv af, waarop zij een nieuwe indicatie heeft laten stellen. Zij was het niet eens met de gestelde indicatie, en heeft hierover contact gehad met de ziektekostenverzekeraar. Deze raadde haar aan een second opinion te laten uitvoeren door een andere wijkverpleegkundige. Dit is gebeurd, waarna de ziektekostenverzekeraar op 18 juni 2019 een aanvraagformulier ontving voor een PGB vv. Het PGB vv is op die datum ingegaan. De commissie beslist dat deze ingangsdatum juist is, gelet op artikel 6 van het 'Reglement Zorgverzekeringswet Persoonsgebonden Budget (Zvw-pgb)' van de ziektekostenverzekeraar. Dat de vertraging is ontstaan door de uitgevoerde second opinion, ligt in de risicosfeer van verzoekster.

Volledig document openen (pdf)