Verzoekster heeft geen aanspraak op vergoeding van de kosten van het aanbrengen van een implantaat met hierop een kroon, ten laste van de zorgverzekering.

Bij verzoekster is een implantaat aangebracht met hierop een kroon. Volgens verzoekster is element 21 verloren gegaan tijdens een ziekenhuisopname in Frankrijk, waarbij intubatie heeft plaatsgevonden. Zij was toen in coma en kon hierop geen invloed uitoefenen. Verzoekster stelt dat zij klem is komen te zitten tussen de zorgverzekeraar die vergoeding weigert en het ziekenhuis dat de aansprakelijkheid niet erkent vanwege het ontbreken van causaliteit. Verzoekster meent dat dit onrechtvaardig is. Zij stelt dat de kosten moeten worden vergoed ten laste van de zorgverzekering. Voor zover de voorwaarden hieraan in de weg staan, leidt onverkorte toepassing daarvan tot een uitkomst die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Zo nodig zou de zorgverzekeraar de kosten uit coulance moeten vergoeden. De zorgverzekeraar voert aan dat verzoekster niet aan de voorwaarden voldoet om voor een implantaatbehandeling in aanmerking te komen. Gehoord het Zorginstituut onderschrijft de commissie het standpunt van de zorgverzekeraar. Het beroep op artikel 6:248 BW slaagt niet. De commissie kan de zorgverzekeraar niet verplichten tot een coulancevergoeding. Het verzoek wordt daarom afgewezen.

Volledig document openen (pdf)