Bindend advies GcZ, 15 mei 2024, SKGZ202201964

Bindend advies GcZ, 15 mei 2024, SKGZ202201964

Uitspraak Geschillencommissie Zorgverzekeringen
Uitkomst: Afgewezen
Datum uitspraak: 15 mei 2024
Datum publicatie: 23 mei 2024

Verzoeker dient het bedrag in verband met overschrijding van het maximale budget uit de aanvullende ziektekostenverzekering te betalen, omdat de declaratie voor de behandeling op 24 september 2021 juist is.

Verzoeker heeft aan de Geschillencommissie Zorgverzekeringen (hierna: de commissie) verzocht te beslissen dat de ziektekostenverzekeraar ten onrechte een bedrag van € 838,36 van hem vordert in verband met overschrijding van de maximale vergoeding op grond van de aanvullende ziektekostenverzekering in 2021. De ziektekostenverzekeraar heeft gesteld dat de tandarts van verzoeker een rechtmatige declaratie heeft ingediend voor de behandeling op 24 september 2021 en dat de vordering vanwege overschrijding van bedoelde maximale vergoeding daarom terecht is. Over 2020 had de ziektekostenverzekeraar een bedrag van € 654,70 bij verzoeker in rekening gebracht in verband met overschrijding van de maximale vergoeding in 2020. Ten gevolge van een door de tandarts ingediende creditfactuur heeft verzoeker recht op teruggave van genoemd bedrag en daarom heeft de ziektekostenverzekeraar dit in mindering gebracht op een bedrag van € 1.493,06 dat bij verzoeker in rekening is gebracht voor overschrijding van de maximale vergoeding vanuit de aanvullende ziektekostenverzekering in 2021, waardoor een bedrag van € 838,36 resteert dat verzoeker dient te betalen in verband met de overschrijding van de maximale vergoeding voor 2021 uit de aanvullende ziektekostenverzekering. De commissie overweegt allereerst dat zij niet kan treden in de rechtsverhouding tussen verzoeker en zijn tandarts. Indien verzoeker meent dat behandelingen onjuist zijn gedeclareerd, dient hij dit met de tandarts op te nemen. Een en ander valt buiten dit geschil. De commissie overweegt verder dat na correctie door verzoeker voor 2020 een bedrag onverschuldigd is betaald. Het geschil blijft beperkt tot 2021. Door de ziektekostenverzekeraar is een overzicht overgelegd waaruit blijkt welke bedragen in 2021 bij hem zijn gedeclareerd en welke bedragen volledig of deels zijn vergoed. Volgens het overzicht is namens verzoeker een totaalbedrag van € 2.743,06 gedeclareerd. De overschrijding van de maximale vergoeding (€ 1.250,- ) bedraagt € 1.493,06. Dit bedrag - minus € 654,70 in verband met een gecrediteerde factuur uit 2020 - is door de ziektekostenverzekeraar bij verzoeker in rekening gebracht. De stelling van verzoeker dat zijn tandarts de nota voor de behandeling op 24 september 2021 had moeten crediteren treft geen doel. De ziektekostenverzekeraar heeft gesteld dat op 24 september 2021 twee implantaten zijn aangebracht. Dit blijkt volgens hem uit de behandelkaart, telefoongesprekken met de tandarts en röntgenfoto's. Verzoeker heeft deze stelling niet gemotiveerd bestreden, zodat de commissie als vaststaand aanneemt dat de declaratie van 30 september 2021 voor de behandeling van 24 september 2021 juist is. Dit betekent dat het per saldo verschuldigde bedrag van € 838,36 (€ 1.493,06 - 654,70) vanwege overschrijding van de maximale vergoeding uit de aanvullende ziektekostenverzekering in 2021 door de ziektekostenverzekeraar terecht bij verzoeker in rekening is gebracht. De commissie wijst het verzoek af.

Box icon

Tags

Klacht indienen

Heb je een probleem waar je met jouw zorgverzekeraar niet uitkomt, dan kun je dit aan ons voorleggen.

Ik wil een klacht indienen

Gerelateerde uitspraken