Bindend advies GcZ, 22 december 2023, SKGZ202201810

Bindend advies GcZ, 22 december 2023, SKGZ202201810

Uitspraak Geschillencommissie Zorgverzekeringen
Uitkomst: Gedeeltelijk toegewezen
Datum uitspraak: 22 december 2023
Datum publicatie: 9 januari 2024

Verzoekster is verzekerd tegen ziektekosten bij de zorgverzekeraar, de zorgverzekeraar heeft niet de wettelijke voorgeschreven stappen doorlopen waardoor verzoekster ten onrechte is aangemeld als wanbetaler bij het CAK. De betalingsregeling is terecht beëindigd en de hoogte van de betalingsachterstand is door de zorgverzekeraar juist vastgesteld.

Verzoekster heeft aan de commissie verzocht te beslissen dat (i) tussen haar en de zorgverzekeraar geen sprake (meer) is van een lopende verzekeringsovereenkomst, (ii) zij met ingang van 1 juli 2019 door de zorgverzekeraar ten onrechte is aangemeld als wanbetaler bij het CAK, (iii) de aanmelding als wanbetaler bij het CAK over de periode van 1 december 2019 tot en met 30 april 2020 ten onrechte is opgeschort, (iv) de zorgverzekeraar de aanmelding als wanbetaler bij het CAK – nadat deze met ingang van 1 juli 2021 was opgeschort - ten onrechte met ingang van 1 oktober 2021 heeft hervat, en (v) de zorgverzekeraar de hoogte van de betalingsachterstand onjuist heeft vastgesteld. De zorgverzekeraar heeft gesteld dat verzoekster een premieachterstand had van 6 maanden. Daarom is zij per 1 juli 2019 terecht aangemeld als wanbetaler bij het CAK. Zij is de in 2021 afgesproken betalingsregeling niet nagekomen waardoor de aanmelding bij het CAK weer is hervat per 1 oktober 2021. De zorgverzekeraar heeft een financieel overzicht overgelegd waaruit volgt dat de betalingsachterstand over de periode van 1 april 2018 tot en met 31 juli 2023 naar de stand van 18 juli 2023 totaal € 2.542,80, exclusief incassokosten en rente, bedraagt.
De commissie overweegt dat verzoekster met ingang van 1 april 2018 is verzekerd tegen ziektekosten bij de zorgverzekeraar. Zij heeft namelijk premie betaald voor de verzekering tegen ziektekosten. Voorts heeft zij zorgkosten gedeclareerd ten laste van deze verzekering. Voor zover verzoekster heeft geprobeerd haar verzekering met ingang van 1 januari 2019 te beëindigen, had de zorgverzekeraar dit mogen weigeren omdat er per ultimo 2018 een premieachterstand bestond. Ten tijde van de aanmelding als wanbetaler bij het CAK bestond een betalingsachterstand van ten minste zes maandpremies. De zorgverzekeraar heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij de wettelijk voorgeschreven stappen, voorafgaand aan de aanmelding als wanbetaler bij het CAK, op de juiste wijze heeft doorlopen. Zo staat niet vast dat de 2, 4, en 6-maandsbrieven verzoekster hebben bereikt. Om die reden was het de zorgverzekeraar niet toegestaan verzoekster per 1 juli 2019 als wanbetaler aan te melden bij het CAK. De commissie overweegt verder dat, gelet op de inmiddels verstreken termijn van meer dan 4 jaar en om praktische redenen, de zorgverzekeraar verzoekster eerst vanaf 1 januari 2024 als wanbetaler hoeft af te melden bij het CAK, waarbij hij verzoekster wel dient te compenseren, door haar het verschil tussen de bestuursrechtelijke premie en de verschuldigde reguliere premie vanaf 1 juli 2019 te vergoeden, uitgezonderd de maanden waarin de aanmelding bij het CAK was opgeschort. Het aldus berekende aan verzoekster te vergoeden bedrag mag de zorgverzekeraar verrekenen met, dat wil zeggen: in mindering brengen op, de bij hem bestaande betalingsachterstand van verzoekster. De zorgverzekeraar heeft voorts de met verzoekster getroffen betalingsachterstand terecht beëindigd, omdat verzoekster op 22 augustus 2021 voor het laatst het overeengekomen termijnbedrag heeft betaald. Ten aanzien van het door de zorgverzekeraar in het geding gebrachte financiële overzicht overweegt de commissie dat dit naar haar oordeel, voor zover het de in rekening gebrachte en betaalde bedragen betreft, juist is.

Klacht indienen

Heb je een probleem waar je met jouw zorgverzekeraar niet uitkomt, dan kun je dit aan ons voorleggen.

Ik wil een klacht indienen

Gerelateerde uitspraken