Bindend advies GcZ, 24 maart 2021, SKGZ202000505

Bindend advies GcZ, 24 maart 2021, SKGZ202000505

Uitspraak Geschillencommissie Zorgverzekeringen
Uitkomst: Afgewezen
Datum uitspraak: 24 maart 2021
Datum publicatie: 25 maart 2021

Een deel van het verzoek is te laat ingediend. Daarom wordt dit deel van het verzoek niet inhoudelijk behandeld. Voor het overige geldt dat het fraudeonderzoek zorgvuldig is uitgevoerd, dat het teruggevorderde bedrag correct is en dat er geen aanleiding bestaat dit te matigen, dat de onderzoekskosten terecht bij verzoekster in rekening zijn gebracht en dat de hoogte hiervan redelijk is, en dat verzoekster geen belang meer heeft bij een uitspraak over de beëindiging van haar verzekering.

Verzoekster heeft van 2015 tot en met 2019 nota's betreffende het PGB vv ter declaratie ingediend bij de ziektekostenverzekeraar. Na onderzoek door de ziektekostenverzekeraar is gebleken dat een groot deel van deze nota's vals is. Hierop heeft de ziektekostenverzekeraar een aantal maatregelen tegen verzoekster getroffen. Aanvankelijk is verzoekster opgekomen tegen (i) de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd, (ii) de hoogte van het teruggevorderde bedrag, (iii) de hoogte van de onderzoekskosten – en in dit verband de toepasselijkheid van de verzekeringsvoorwaarden – en (iv) de beëindiging van haar verzekering. Nadien heeft zij haar verzoek uitgebreid en de commissie verzocht ook te oordelen over de andere maatregelen die tegen haar zijn getroffen alsmede over de aangeboden betalingsregeling.
De commissie oordeelt dat de uitbreiding van het verzoek tardief (te laat) is. Het onderzoek heeft zorgvuldig plaatsgevonden (i). Het met de fraude gemoeide bedrag is terecht teruggevorderd (ii); er is geen aanleiding deze vordering te matigen. Het beroep van verzoekster op het niet-toepasselijk zijn van de verzekeringsvoorwaarden slaagt niet, in die zin dat zij de op haar rustende verbintenissen niet is nagekomen en tevens onrechtmatig heeft gehandeld. De schade, in de vorm van de onderzoekskosten (iii), die hierdoor is ontstaan, komt voor haar rekening op grond van de artikelen 6:95 en 6:96 BW. De hoogte van deze kosten is volgens de commissie redelijk. Tot slot stelt de commissie vast dat verzoekster geen belang heeft bij een uitspraak over de beëindiging van haar verzekering (iv). Zij heeft hierdoor geen schade geleden en zij is inmiddels elders verzekerd tegen ziektekosten.

Box icon

Tags

Klacht indienen

Heb je een probleem waar je met jouw zorgverzekeraar niet uitkomt, dan kun je dit aan ons voorleggen.

Ik wil een klacht indienen

Gerelateerde uitspraken